"De kater komt later" over de vraag: is maskeren een effectief middel om discriminatie te voorkomen?

Gepubliceerd op 16 december 2025 om 11:43

“De kater komt later”

Deze zin sprak ik ooit uit toen iemand aan mij vroeg waarom ik niet echt moeite doe om mijn autisme te verbergen. En aangezien ik nu een e-book heb uitgebracht, dacht ik: laat ik nu maar een aantal inzichten delen die ik heb opgedaan.

Laat ik beginnen door te vertellen over maskeren. Maskeren is een strategie die vaak wordt toegepast om sociaal geaccepteerd te worden (en dus discriminatie te voorkomen). Maar, helpt dat? Ongeveer de helft van de respondenten van mijn enquête gaf aan zo veel mogelijk te maskeren. Toen ik voor een aantal tabellen waarin ik mensen die veel maskeren apart heb genoemd, deed ik de volgende inzichten op:
- qua aantallen keren dat iemand vanwege diens neurodivergentie wordt gediscrimineerd, lijkt het nauwelijks wat uit te maken;
- bij discriminatie tijdens de sollicitatie kan het maskeren helpen, net als bij stigmatisering. Daar tegenover staat dat discriminatie op het werk en uitval dan weer vaker voorkomen (bedoelde ik met de uitspraak waar ik dit bericht mee begon). Bij respondenten in de Wajong of het doelgroepenregister zag ik vergelijkbare verschillen met de rest (vaker gediscrimineerd bij sollicitaties, maar minder uitval).

Zelf ben ik niet echt een kei in het maskeren (ik kan en wil dat meestal ook niet, dus doe dat dan ook niet, wat onder mede-neurodivergenten wel eens met jaloezie wordt ontvangen) en word ik vaak omschreven als iemand zonder filter en vind ik dat ook een heerlijke eigenschap. Maar ik kan me ook heel goed voorstellen, op basis van verhalen die ik van mensen die wel veel maskeren heb gehoord, dat zij dat als overlevingsstrategie kiezen. Je zit dan ook wel in een dubio, want je wilt zowel discriminatie tegengaan, maar ruzies en gezondheidsklachten ook tegengaan. En hoe gaat een buitenstaander er op een gepaste manier mee om?

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.